Wandel-, fiets,- en vaarroutes over de tweede wereldoorlog in het Westland

Interview Bets van der Knaap

De familie van Bets van der Knaap-Van der Voort kwam de oorlog redelijk goed door. Maar in de laatste weken van 1945 viel de oorlog letterlijk hun tuin binnen, in de vorm van een neergestorte V1.

Bets groeide op als oudste kind in een tuindersgezin van 11 kinderen aan de Tomatenlaan in Wateringen. Ze was twaalf jaar toen de Tweede Wereldoorlog eindigde en kan zich een aantal zaken nog goed herinneren. “Ik weet nog dat ik op 10 mei wakker werd van de vliegtuigen en dat er allemaal mensen op straat stonden. Bang? Nee, bang was ik niet, want mijn ouders waren ook niet bang.” Tijdens de bezetting kon ze geregeld niet naar school, en naarmate de oorlog langer duurde begon ze de schaarste te merken: “Voor alles had je bonnen nodig, maar zelfs als je die had waren de winkels vaak leeg. Met de drie oudste dochters moesten we één paar schoenen delen, en op den duur liepen we op plankjes.” Maar echte honger werd er gelukkig niet geleden. “Iedere dag haalde ik vijf liter melk bij mijn ooms, die boer waren. Ze teelden ook tarwe.” Daar- mee was de familie van Bets beter af dan de mensen die zij in de laatste oorlogswinter langs de wegen zag trekken om eten te vinden. “Maar bij de Leyweg stonden wachters, en vaak moesten die mensen dan wat ze hadden weer afgeven.”